Sessie Laaggeletterdheid

‘Thuis leg je de basis voor taalontwikkeling van kinderen’

In Nederland zijn tweeëneenhalf miljoen mensen laaggeletterd. En laaggeletterdheid van ouders met kinderen van 0 tot 4 jaar heeft weer invloed op de taalontwikkeling van de kinderen, vertelt adviseur Petra Stalman van Pharos. “Het is belangrijk om ouders bewust te maken van hun invloed op de taalontwikkeling van hun kind.”

Er is een filmpje waarin John Cleese uitlegt hoe het brein werkt. Of beter: waarin hij doet alsof hij uitlegt hoe het brein werkt, met woorden en zinnen die als Engels klinken, maar dat in feite niet zijn. Het frustreert de luisteraar. Precies dát is wat laaggeletterden ervaren als teksten en uitleg op een te hoog niveau worden aangeboden, zegt Petra Stalman, projectleider ‘Gelijke kansen op gelijk opgroeien’ bij Pharos, Expertisecentrum Gezondheidsverschillen.

Forse gezondheidsverschillen

In Nederland hebben dus tweeëneenhalf miljoen mensen moeite met lezen en schrijven. Mensen die minder vaardig zijn in lezen en schrijven hebben meestal ook minder grip op geldzaken, een minder goede gezondheid en vinden minder snel een baan. Daarnaast beperkt laaggeletterdheid hen op het gebied van gezondheidsvaardigheden. De gezondheidsverschillen die mede daardoor ontstaan, zijn fors: mensen met een laag inkomen en een lage opleiding leven gemiddeld vijftien jaar minder lang in goede gezondheid. In 2016 was in Den Haag 24 procent van de inwoners van 16 tot en met 65 jaar laaggeletterd tegenover 12 procent landelijk (bron: Den Haag in cijfers, 2024).

Ingewikkelde informatie

Zo’n 25 procent van de volwassen Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Zij hebben moeite met het vinden, begrijpen en toepassen van informatie over zorg en gezondheid. Denk aan het lezen van folders of het begrijpen van een gesprek met een zorgverlener. Dat ligt niet aan hen, maar aan de informatie die ingewikkeld is. Mogelijke gevolgen: iemand neemt medicijnen verkeerd in, kan de weg niet vinden in een ziekenhuis of volgt adviezen verkeerd op, waardoor een medisch onderzoek of operatie niet door kan gaan.

‘Veel ouders denken dat als het kind kan praten voordat het naar school gaat, het wel goed komt. Dat is dus niet zo.’

Nieuwe generatie laaggeletterden

Laaggeletterdheid van ouders heeft ook invloed op hun kinderen, vertelt Stalman. “Eén op de negen ouders met minderjarige kinderen heeft moeite met lezen, schrijven of rekenen. En dat werkt door. Die kinderen gaan vaker met een taalachterstand van school en dat heeft gevolgen voor hun hele carrière. Zo ontstaat een nieuwe generatie laaggeletterden.”

Voor kinderen van 0 tot 4 jaar is een rijk taalaanbod belangrijk, omdat dat uiteindelijk leidt tot betere taalvaardigheden. Dat doe je als ouder door veel met de baby te praten. Of het kind voor te lezen. “Thuis wordt de basis gelegd van taalontwikkeling”, aldus Stalman. “Veel ouders denken dat als het kind kan praten voordat het naar school gaat, het wel goed komt. Dat is dus niet zo.”

Voorlezen, zingen, taalspelletjes spelen

Taalstimulering en ouderbetrokkenheid kunnen laaggeletterdheid voorkomen, stelt de adviseur. “Dus moeten we ouderbetrokkenheid steunen en stimuleren. Het stimuleren van taal kunnen ouders doen door voor te lezen, te zingen, taalspelletjes te spelen of gesprekjes te voeren over school.” Dat gaat niet automatisch, erkent Stalman. “Het is dus belangrijk om ouders bewust te maken van hun invloed op de taalontwikkeling van hun kind.”

Signalen herkennen

Voor professionals is het in dat proces belangrijk om signalen te herkennen die wijzen op laaggeletterdheid van de ouders. Er zijn feitelijke signalen die daarop kunnen wijzen, zoals het opleidingsniveau. Maar er zijn ook andere signalen, zoals het consequent vermijden van lees- en schrijfsituaties, het moeite hebben met het vertellen van een chronologisch verhaal of het frequent te laat komen of op de verkeerde dag.

Praatplaat

Sowieso is het voor een professional belangrijk om aan te sluiten bij de leefwereld van een cliënt, maar bij laaggeletterdheid is het ook nog van belang om het taalgebruik aan te passen. Dat betekent: gebruik korte zinnen en eenvoudige woorden op A2/B1-niveau. Maar ook: bewandel niet te veel zijpaden. En als het mogelijk is: gebruik ondersteunend materiaal zoals praatplaten.

Niet betuttelend

Daarnaast zijn er trucjes om te kijken of de boodschap duidelijk is. Zo kan je vragen om de belangrijkste punten te herhalen. Of door te vragen: ‘Ik heb een heleboel verteld. Wat gaat u thuis vertellen?’

Eigenlijk kan voorlichtingsmateriaal niet duidelijk genoeg zijn, zegt Stalman. “Vaak wordt gezegd dat Jip-en-Janneketaal betuttelend is. Uit onderzoek blijkt dat niet. Hoe duidelijker het is, hoe fijner mensen het vinden.”

Meer informatie

Wil je meer weten over het herkennen van signalen van laaggeletterdheid?

Wil je meer weten over laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden?

Zoek je een website met toegankelijke informatie voor (toekomstige) ouders over seksuele gezondheid?

REACTIE | Divya Ghogli, peuterconsulent bij JongLeren

‘Handvatten om laaggeletterdheid te herkennen’

“Een kind dat op een peuterleerplek – de voorschool dus – heeft gezeten is beter toegerust om naar de basisschool te gaan. Onlangs bood ik tijdens een consult een ouder een folder aan en vroeg vriendelijk: ‘Zou je deze alvast willen doornemen voordat we ons gesprek voortzetten?’ Maar die ouder bleef me glimlachend aankijken en leek terughoudend. Na enige aarzeling stelde ik voor: ‘Zullen we samen de inhoud doornemen?’ Dat bleek een effectieve aanpak te zijn.

In gesprekken met ouders is laaggeletterdheid echt een aandachtspunt. Ik heb vandaag handvatten gekregen om laaggeletterdheid te herkennen. In onze communicatie zou ik graag meer gebruik maken van praatplaten en filmpjes. Daar zullen we aan moeten werken.”